Op zaterdag 6 april gingen we vanuit Hotel Angelo in Ortisei de Seceda op om eens een kijkje te nemen bij de beroemde Gardenissima reuzenslalom waarmee Val Gardena het seizoen jaarlijks afsluit. Het is de langste reuzenslalom van de wereld, waarvoor iedereen zich kan inschrijven. Dan moet je in de herfst/winter wel snel zijn, want deelname is gelimiteerd tot 600 personen. Start op 2.518 meter hoogte en finish in St. Christina op 1.485 meter hoogte. Het eerste stuk is een parallel gestoken piste voor 2 deelnemers, waarna het na ongeveer 400 meter verder gaat als 1 piste. Er zijn zeer veel categorieën, zodat de kans groot is dat je in de prijzen valt. Ook de oudste deelnemers, een echtpaar van 76 jaar, werden op het podium van het Iman Sportcenter in St. Christina geroepen om hun prijs af te halen.

Mijn vrouw en ik waren enkele dagen te gast bij onze lokale sneeuwreporter Michèle en Oswald Demetz, de eigenaren van Hotel Angelo in Ortisei (St. Ullrich). Als weerman regel je dan voor jezelf perfecte sneeuwcondities en die hadden we ook net na de Pasen. Donderdagmiddag arriveerden we en maakten we kennis. Onder het genot van ‘een lokale rode’ gaf Michèle de filosofie van hun familie-geleide hotel weer: veel service en bijna alles inclusief. Kijk hierrr op hun homepage wat dit allemaal inhoudt en klik dan in de linker kantlijn op “next”. Tijdens het diner maakte ze haar plannen voor de volgende dag bekend. Tezamen met Georg, de skiguide van het hotel, zouden we een rondje Val Gardena/Gröden maken.

Seiser Alm

Vrijdagmorgen bracht het hotelbusje, met chauffeur Toni aan het stuur, ons naar het dalstation van de gondelbaan naar de Seiser Alm/Alpe di Siusi. Helaas was het deze dag niet al te zonnig. Mooie foto’s werden het hierdoor niet, zodat ik uit het archief maar een mooie bovenstaande foto heb opgesnorkeld. Naast de lage bewolking ook veel hoge bewolking, waar af en toe wat lichte sneeuw uitviel. Gelukkig scheen er ook zo nu en dan een flauw zonnetje doorheen.

Eenmaal boven hadden we een mooi uitzicht over dit bekende plateau dat op een hoogte tussen 1.800 en 1.900 meter ligt met liften tot bijna 2.300 m. Vergelijk, wat het weer betreft, bovenstaande 2 foto’s eens, beiden van de Langkofel en Platkofel. Jammer van de zon, maar des te beter was de sneeuw. Overigens zijn de pistes op dit plateau nergens stijl, dus een familie skigebied pur sang. Van daaruit ging het over een harde ribbeltjes-piste, waar 1-3 cm verse sneeuw op lag, naar de Sanon stoeltjeslift. Onderweg even een snel kopje koffie genuttigd in de Sanon Hütte/Baita Sanon op 1.850 m. hoogte.

Die eerste paar honderd meter was het natuurlijk even wennen op onze huurski’s, maar al snel gleden ze als zeer vertrouwd. Mijn eega had de Head Integrale 007 era 3.0 in de lengte 156 cm en ik had de Elan Amphibio Waveflex 82 xti (designed by Porsche, ja ja!) in de lengte 168 cm. Nu geef ik hier geen review van ski’s, maar we vonden ze super skiën. Ze kwamen zeker voor koop in aanmerking, dus dat zegt genoeg.

Na de Sanon daalden we af naar het dalstation van de Steger Dellai. Boven aangekomen ging het weer snel neerwaarts naar het dalstation van de gondel-en-stoelteslift Bullacia. Dit was destijds de eerste combi-lift van dit type in de wereld. Vooral de gondel is ideaal voor kleine kinderen. Vanaf het bergstation van de Bullacia zouden we een mooi uitzicht hebben op Seis en Kastelruth en iets verder naar beneden zelfs Bozen. Helaas gooide de bewolking roet in het eten. Van daaruit weer snel verder over een mooie wedelpiste naar het begin van de Panoramabahn. Eenmaal daar boven aangekomen, werden we positief verrast door minstens 5-7 cm verse poeder.  Het had aan die zijde, dichter bij de Platkofel, duidelijk meer gesneeuwd. Na een paar kortere liften een paar keer te hebben genomen, gingen we uiteindelijk weer omhoog met de Goldknopfbahn, waar we op bijna het hoogste punt (2.210 m.) kwamen van de Seiser Alm. Onderhand was het 10:40 uur geworden en tijd om de afdaling te maken naar Saltrax (1.700 m.). Opnieuw over een heerlijke wedelpiste werden de nodige kilometers bijgeboekt. Vaak trokken wij op sommige gedeelten de eerste skisporen! Te Saltrax was het nog 10 minuten wachten eer we met de bus konden vertrekken naar Monte Pana (zie onder).

Een hele belevenis, want het weggetje was slechts één bus breedte breed, terwijl het wegdek zo aan het eind van de winter allerbelabberdst was. Normaliter zijn wij nogal van de pauzes en gek op koffie en aanverwant, maar met Michèle en Georg kwam het daar niet van. “Jullie hebben in de bus toch even kunnen zitten?” Dus hoppa, snel verder omhoog met de Monte Seura, alwaar we op de noordelijke hellingen kwamen van St. Christina/S. Cristina en Wolkenstein/Selva. Via het nemen van de Tramans stoeltjeslift daalden we af naar Plan de Gralba. Iedereen die de Sella Ronde  al eens heeft gedaan, weet waar dit ligt. Zowel linksom als rechtsom kom je hier langs. Ondertussen was het bijna 12:00 uur en “eindelijk tijd” voor een welverdiende pauze met versnapering. Versnapering . . .  gaan we hier niet eten? Nee, dat zouden we pas gaan doen op de Seceda. Spoedig kwamen we er achter dat dit niet zo erg was! 

Hier op het terras van Rifugio Emilio Comici genoten we van het typische Italiaanse Spritz Aperol (dat oranje drankje), witte wijn, geroosterde scampi’s en stokbrood met diverse soorten vis. Wat een heerlijke verwennerij. Na een half uur was het weer hurry-up, omhoog met de grote gondel naar de Piz Sella (2.284 m.). Na een stukje ‘zwart’ en ‘rood’ gingen we via de Piza Pranseies stoeltjeslift de Ciampinoi (2.254 m.) op. Hier stonden we aan het begin van de wereldberoemde zwarte FIS afdaling (de Saslong piste) naar St. Christina/S. Cristina, waar ieder jaar in december de afdaling van Val Gardena plaats vindt. Een hele ervaring om via deze piste onderaan in St. Christina uit te komen. De laatste paar honderd meter waren wat pappig, maar verder alleen maar puike sneeuw onder de latten gehad deze ochtend.

In bijna elk dal is het van de ene zijde naar de andere zijde lopen met de ski’s op de schouder. Soms met een skibus, maar in St. Christina ga je met de metro van de ene kant naar de andere kant van het dal. Hierbij hoef je nauwelijks te lopen en te zeulen met je ski’s, want van de piste naar de metro hebben ze zelfs nog een rollend trottoir aangebracht. De metro eindigt pal bij het dalstation van de Col Raiser gondelbaan. Vanaf het bergstation (2.103 m.) via de blauwe piste naar het dalstation van de Fermeda stoeltjeslift die op 2.518 m. op de Seceda eindigt. [dc_slider slider=”13504″ captions=”true”]Zie bovenstaande diashow van de hutten die we op onze ronde hebben aangedaan. We zijn geen zelfbedieningsrestaurants tegen gekomen. Alle hutten waren met bediening en erg gezellig en “urig”. Ondertussen liep het tegen tweeën en de magen knorden al een tijdje. We waren dan ook blij dat de afdaling dit keer eindigde bij de Daniel Hütte/Baita Daniel (op 2.240 m.) alwaar wij onze welverdiende lunch zouden nuttigen. Voor mij deze keer zo’n lekkere gele met zo’n witte kop erop. Elke keer in de Alpen moet ik minstens 1x een Kaiserschmarren hebben gegeten, dus die werd erbij geserveerd. Erg gewoontjes bij hetgeen de overige 3 leden van mijn gezelschap voorgeschoteld kregen. Wat het eten betrof is deze hut er een van het kaliber “hier moet je geweest zijn”. 

Om de afsluitende afdaling naar St. Ulrich te kunnen doen, moet je wel op (bijna) het hoogste punt van de Seceda uitkomen. Dat kan met de stoeltjeslift, maar in dit geval wilde de eigenaar van deze hut ons wel even naar boven scooteren met zijn snowcat, want er was toch bijna niemand op de piste. Ja, ook dat was weer een hele belevenis. Vanaf de top van de Seceda is de afdaling naar St. Ulrich/Ortisei zo’n 10½ kilometer lang, de rode 2. Nog steeds perfecte sneeuw, zeker tot Furnes, het middelstation. Vanaf daar begon het toch langzaam zacht te worden. De laatste kilometer was erg zwaar, wat een pap. Maar goed dat we weer langs een hutje kwamen, want de benen waren zo langzamerhand behoorlijk verzuurd. Via de ‘Einkehrswung’ kwamen we bij Café/restaurant Annatal terecht, waar de lokale specialiteit ‘eine heisse Oma’ moest worden uitgeprobeerd. Iets met advocaat, citroen en slagroom, kortom lekker. Van daaruit was het nog 1 minuut afdalen naar het dalstation van de Seceda gondelbaan. Geholpen door de steeds beter doorkomende zon en een temperatuur van 7 graden dooi was dat bijna waterskiën. Georg belde al even de handy van Toni en spoedig zaten we in het hotelbusje terug naar Hotel Angelo. Daar aangekomen waren er nog termijnen vrij om ons tegoed te doen aan een heerlijke massage. ’s Avonds eindigde deze enerverende ski dag aan de bar, waar met nog enkele Nederlanders en geholpen door enig alcohol de sterke verhalen de ronde deden. Vandaag toch mooi 48 km “gemaakt”. Via het invoeren van het nummer van jouw skipas kan iedere skier hierrr zien hoeveel hij in zijn vakantie heeft geskied.[dc_slider slider=”13481″ captions=”true”]Zondag (7 apr) namen we na het ontbijt afscheid van Michèle en vertrokken we weer naar huis in het noorden van Friesland, 1170 km verder.

Samengevat een intensieve 2-daagse met als bijzondere ervaring het skigebied van Val Gardena af struinen met 2 locals. Ook het logeren in een werkelijk fantastisch 4**** hotel met uitgebreide Wellness en Spa faciliteiten viel zeer goed in de smaak. Voor vertrek had ik nog op de site van Zoover gekeken wat er over dit hotel werd geschreven. Haast allemaal achten, negens en tienen! Wij weten nu waaraan dat ligt. Bij mijn zoektochten heb ik dat nog nooit meegemaakt. Jullie kunnen het ook lezen en wel hierrr. Deze zomer gaan we er waarschijnlijk weer heen, want er liggen ook 4 golfbanen dicht in de buurt. Trouwens de nieuwe hit, met een electro-mountainbike de Sella Ronde doen, lijkt ons ook iets aparts.


Wijnand

Wijnand (64) vervangt Hajo al sinds 2011 als die eens te krap in tijd zit om een weerbericht te schrijven. Wijnand is voormalig meteoroloog van de Koninklijke Luchtmacht. Sinds maart 2012 met FLO (Functioneel Leeftijds-Ontslag). Gek op sneeuw en ijs. Fervent skiër, golfer en caravanner.

9 reacties

Gesloten voor reacties.