Een wetenschappelijk studie heeft aangetoond dat Obertauern de hoogste (of grootste?) sneeuwhoogtes in Oostenrijk heeft. Günther Aigner is de man die de studie heeft uitgevoerd. Hij heeft uit de zeven Oostenrijkse bondstaten (provincies) elk de sneeuwrijkste plaats aangewezen en die dan weer onderling vergeleken. Hij heeft de officiële sneeuwhoogtemetingen van winter 1985/86 tot en met 2014/15 gebruikt.
In de wetenschap gebruikt men twee parameters: jaarlijkse verse sneeuw en de jaarlijkse maximale sneeuwhoogte. De eerste parameter is de laatste decennia niet steeds op dezelfde manier gemeten waardoor Aigner naar de gemiddelde maximale sneeuwhoogte is gaan kijken. Voor Obertauern is dat 264 centimeter gemiddeld. De tweede plaats volgt op grote afstand: de Arlberg met 197 centimeter gemiddeld.
De studie laat nog meer interessante cijfers zien: in Obertauern werd in 1966/67 -natuurlijk net de winter waarin ik werd geboren – een record 470 centimeter gemeten. De laagste waarde ooit was 1938/39 met 66 centimeter. Over de laatste 108 jaar is er bovendien geen trend te ontdekken in de sneeuwstanden in Obertauern: geen significante toename en geen afname.
Gemiddeld valt er in Obertauern 884cm sneeuw per jaar. Als ik het goed heb is dat op de Arlberg nog wel twee meter meer. Maar het leidt er dus niet tot een hoger jaarlijks maximum. De Arlberg is net als Kleinwalsertal een Schneeloch dat het puur van noordstuwing moet hebben. Obertauern is zo sneeuwrijk omdat het als pas op 1.740m van twee walletjes eet: zowel vanaf de zuidkant als vanaf de noordkant dringt hier sneeuw door. Wanneer waren de sneeuwarmste winters? Heel duidelijk in de eerste 20 jaar van de meetreeks. De sneeuwrijkste zijn tussen 1965 en 1988 geweest.
Het aantal dagen met sneeuwbedekking in Obertauern is zeer hoog: 214. Je zult er maar wonen! Ook hier: geen significante trend over de laatste 108 jaar! So much for global warming. We weten het: klimaat is cyclisch. Het stuitert net als eb en vloed wat op en neer. Dat de gletsjers wel krimpen de laatste 160 jaar komt omdat in 1850 de kleine IJstijd stopte. Het klimaat ging over naar een warmere toestand en het duurt dan héél lang tot de gletsjers zich daaraan aanpassen.
De Tiroolse skitoerisme onderzoeker Günther Aigner studeerde sportwetenschap en economie aan de Leopold-Franzens-Universität van Innsbrucken aan de University of New Orleans („UNO“, USA). Eerst werkte hij aan de Universität Innsbruck bij hoogleraar Dr. Elmar Kornexl. In 2008 werd hij marketeer bij de VVV van Kitzbühel. Sinds 2014 hij hij fulltime onderzoeker geworden op zijn platform “Zukunft Skisport” waarvan wij al eerder klimaatstatistieken hebben gepubliceerd.
De andere plaatsen in de studie waren:
- Obertauern Salzburg 264cm
- Zürs am Arlberg Vorarlberg 197cm
- Dienten am Hochkönig Salzburg 165cm
- Hochfilzen Tirol 130cm
- Gosau Oberösterreich 129cm
- Obertilliach Osttirol / Kärnten 90cm
- Bad Mitterndorf Steiermark 85cm
De laatste herkennen wij als Die Tauplitz. Als de onderzoeker meer plaatsen per provincie had toegelaten was bijvoorbeeld Kleinwalsertal of Omtafon zeker ook wel in de top 10 of 20 gekomen. Opvallend is dat in Tirol en Salzburgerland niet de grote bekende skioorden langs de hoofdkam winnen maar kleinere lager gelegen plaatsen in de zogenaamde stuwingszones. Hochfilzen in de Kitzbüheler Alpen is het langlaufmekka van Oostenrijk op slechts 959m hoogte.
2 reacties
Gesloten voor reacties.